Bij benzinemotoren en aardgasmotoren is het gasklephuis het kernonderdeel van het inlaatsysteem.De belangrijkste functie ervan is om de stroom van lucht of gemengd gas in de motor te regelen, waardoor de relevante prestatie-indicatoren van de motor worden beïnvloed.Bij langdurig gebruik zal het gasklephuis te maken krijgen met signaalafwijking van de positiesensor, veroudering van de retourveer, koolstofafzettingen en ophoping van vreemde stoffen.In bovenstaande gevallen kan de ECU de storing pas detecteren als er een ernstige storing optreedt.Bij kleine storingen of Als een afwijking niet tijdig wordt ontdekt, heeft dit verder invloed op de relevante prestatie-indicatoren van de motor, zoals onvoldoende vermogen en verhoogd brandstofverbruik.
Als antwoord op de bovenstaande problemen ontwerpt dit artikel een detectiesectie.
De methode van abnormaal lichaam is om het probleem vroeg te vinden en de gebruiker eraan te herinneren.
Foutdetectiemethode:
De belangrijkste technische oplossing is om een bepaald algoritme te gebruiken om de mate van verschil in inlaatluchtstroom onder verschillende berekeningsmethoden te verifiëren en om verder na te gaan of de huidige gasklep normaal is.Het specifieke implementatieplan is als volgt:
(1) Definieer de inlaatluchtstroom berekend met de gerelateerde parameters van de gasklep als variabele A. De specifieke waarde van A wordt berekend door de gasklepformule op basis van de gasklepopening, het drukverschil tussen de voor- en achterkant van de gasklep, en de gasklepdiameter.De werkelijke inlaatluchtstroom die daadwerkelijk wordt verzameld en berekend door de stroomsensor of de nagasdruksensor, wordt gedefinieerd als variabele B.
(2) Dit document gebruikt de werkelijke stroomsnelheid B berekend door de stroomsensor of de druksensor na het gasgeven als de nauwkeurige waarde om de geldigheid van de variabele A te verifiëren, om af te leiden of het gas abnormaal is.
(3) Detectiemechanisme: Onder normale omstandigheden zijn variabelen A en B bijna gelijk.Als de afwijkingsfactor C van A en B binnen een bepaalde tijd groter of gelijk is aan de standaardwaarde 1 of kleiner dan of gelijk aan de standaardwaarde 2, betekent dit dat de gasklep abnormaal is.De fout moet worden geactiveerd om de gebruiker te herinneren aan revisie of onderhoud.
(4) De door de variabelen A en B berekende afwijkingsfactor wordt gedefinieerd als C, wat de integrale cumulatieve waarde betekent van de verhouding van het verschil tussen A en B tot doel A, die wordt gebruikt om de afwijking tussen de twee binnen een bepaalde tijd t, en de berekeningsmethode als volgt:
Waarbij t de tijd is waarop de integraalfunctie elke keer wordt ingeschakeld.De initiële waarde van de variabele C is ingesteld op 1, en de variabele wordt opgeslagen in de EEPROM elke keer dat T15 wordt uitgeschakeld, en de waarde wordt gelezen uit de EEPROM na de volgende inschakeling om deel te nemen aan de integrale bewerking.
(5) In sommige specifieke werkomstandigheden, zoals de opstartfase, werkomstandigheden bij lage belasting en gerelateerde sensorstoringen, heeft de stroom A, B zelf een bepaalde afwijking, om te voorkomen dat dergelijke werkomstandigheden het oordeel van storing en integratie. Daarom worden de foutbeoordeling en de integraal van de afwijkingsfactor C opgeteld bij de activeringsvoorwaarde D. Wanneer aan de activeringsvoorwaarde D wordt voldaan, worden de foutdetectie en de integraalberekening ingeschakeld.De randvoorwaarde D omvat voornamelijk: ①Het motortoerental ligt binnen een bepaald bereik;②Geen knopen Lichaamsgerelateerde storingen;③De temperatuur-, druk- en flowsensorstoringen voor en na het gaspedaal;④De opening van het gaspedaal is groter dan een bepaalde waarde, enz.
Posttijd: dec-03-2021